Inhoud:
Ontstaan van recreatieoord Beekse Bergen
Rol van de Heidemij bij de aanleg
Techniek en innovatie
Conclusies
Anecdotes
Auteur
Ontstaan van recreatieoord Beekse Bergen
Wat heeft het recreatieoord Beekse Bergen bij Tilburg te maken met vloeivelden (grasland waarop afvalwater wordt gereinigd) ? Het antwoord op deze vraag volgt hieronder.
Tussen Tilburg en Hilvarenbeek ligt een landschap van stuifzand begroeid met heide en (vlieg)dennen. Voor de gemiddelde Nederlander is dit geen opwindend en boeiend landschap.

Top kaart van 1861

Top. Kaart van1951
De diepere ondergrond maakt geologisch gezien deel uit van de zogenaamde formatie van Sterksel. Een afzetting van de rivieren Rijn en Maas. Als zandwinners deze naam horen dan gaan de konen wel rood worden want dit is een zandpakket dat bij uitstek zeer geschikt is voor industriezandwinning.
Het woord” Bergen” is wat hoog gegrepen maar goed voor Nederlandse omstandigheden moet het kunnen. Beekse, dat slaat op het plaatsje Hilvarenbeek. In deze toenmalige gemeente ligt het recreatieoord Beekse Bergen.
De gemeente Tilburg, in begin jaren 60 een industriestad met ongeveer 155.000 inwoners, was grotendeels eigenaar van het gebied waar het recreatieoord Beekse Bergen is uitgevoerd.
Iemand kwam op de gedachte dat hier misschien wel vloeivelden gemaakt zouden kunnen worden. Tilburg was in die tijd een van de zeer weinige gemeenten in Nederland die haar rioolafvalwater grotendeels reinigde door middel van vloeivelden (complexen de Witsie en de Zandley). De resultaten van deze reinigingsmethode waren verbluffend zowel wat reinigingsresutaat als wat kosten betreft. In vergelijking met de mechanische reiniging was het maar 1/5 van de kosten, die daarmee gemoeid waren. Maar de toename van chemische verontreinigingen vormden toch ook een toenemend probleem voor reiniging via vloeivelden. En dan natuurlijk het ruimte beslag. Maar dat werd in die jaren nog minder meegewogen.
De vraag van de gemeente aan de Heidemij was ga de mogelijkheden onderzoeken voor aanleg van vloeivelden. Het begon bij de gemeente wat te kriebelen dat zo'n grote oppervlakte grond daar maar lag te liggen.
Ik was zowel cultuurtechnisch als civieltechnisch adviseur voor Tilburg, wat deze aangelegenheden betreft. Dus werd ik hiermee belast. De uitkomst was niet zo positief. De doorlatendheid van de bovengrond liet te wensen over.
Maar toen eenmaal besloten was dat men iets met dat gebied wilde doen waren alle remmen los en ging men naar hoogwaardiger bestemmingen zoeken.
Tilburg lag in drie waterschappen hetgeen betekent dat de gemeente relatief hoog ligt. Dat was ook te merken aan de oppervlakte open water, die benut kon worden voor recreatieve doeleinden. Dit in schrille tegenstelling tot genabuurde gemeenten als Vught en s'Hertogenbosch (denk aan de Ijzeren Man,de Ijzeren Vrouw en meer van dat ijzeren spul). Weliswaar zijn deze plassen niet in eerste instantie aangelegd om recreatieve mogelijkheden voor de bevolking te scheppen, maar om zand te winnen voor ophoging van bestemmingsplannen. In Tilburg was die noodzaak er veel minder. Naderhand werd aan zo'n plas dan een nuttige bestemming gegeven. Dit is natuurlijk geen nieuw fenomeen want om zand te kunnen winnen zijn in die jaren veel plassen aangelegd, die verder door de tijd moesten gaan als visvijver wegens gebrek aan hoogwaardiger bestemmingen.
Terug
Rol van de Heidemij bij de aanleg
Toen eenmaal de focus van de gemeente gericht was op een inrichting van het gebied, waarbij het profijt voor de inwoners zo groot mogelijk moest zijn, was de toon gezet. De Heidemij ambsgebied Tilburg, (hoofd ambtsgebied Jan Meertens) kreeg de opdracht om voor dit gebied met een oppervlakte van ruim 400 ha ideeen te ontwikkelen. De taakverdeling binnen de Heidemij in de zestiger jaren was dat de deskundige architectuur, die vereist was voor dergelijke projecten, was ondergebracht bij afd. Architectuur, Bouwkundige afdeling zetelend in Arnhem. Heidelberger was daar de grote man, een architect met grote naam en faam. Het Technisch bureau van de Heidemij zetelend in s'Hertogenbosch verzorgde de technische uitwerking en het opstellen van de bestekken. Het ambtsgebied verzorgde de directievoering of voerde zelf de werkzaamheden uit.
In nauw overleg met de gemeente, waarbij Publieke Werken, een deskundig en zeer goed geoutilleerde dienst, ons aanspreekpunt was, werd een programma van eisen opgesteld.
De hoofdlijnen waren de volgende.
De aanwezige infrastructuur, dominant aanwezig in de vorm van het Wilhelmina kanaal aan de oostzijde en de provinciale weg Tilburg – Hilvarenbeek midden door het gebied van noord naar zuid, bepaalde in belangrijke mate mede de contouren van het plan. Vervolgens lag het voor de hand om het meest intensieve gedeelte, namelijk het strandbad, zo dicht mogelijk aan de zijde van Tilburg te situeren. Aldus ontwikkelde zich een situatie waarbij het gedeelte ten westen van de provinciale weg meer bestemd werd voor passieve recreatie en het oostelijke gedeelte voor de actieve recreatie met een afnemende intensiteit van noord naar zuid.
Het werd een visie met een inhoud die geheel was toegesneden op een situatie van de nabijheid van een grote stad. Het ademde zowel de geest van een compleet project, dat wil zeggen dat een breed publiek van jong tot oud, aktieve sporten tot passief verpozen en van dag- tot verblijfsrecreatie hier aan zijn trekken kon komen. Ook werd er ruimte gelaten voor ideeen die mogelijk gedurende de uitvoeringsperiode, die gespreid over een lange priode zou plaatsvinden, zouden ontstaan. De zandwinning vergde immers een groot aantal jaren. Van deze mogelijkheid is ook ruimschoots gebruik gemaakt want van een safariepark was in het voorontwerp geen sprake. Later is de Beekse Bergen hierdoor juist bekend geworden als een attractie die ver boven de plaatselijke behoefte uitstijgt.
Klik hier voor de lijst van voorzieningen en het bijbehorend schetsontwerp.
Wat opvalt Is dat de presentatie getuigt van uiterste eenvoud.
Gelijktijdig met de ontwikkeling van het plan moest er nog het probleem van de private rechten van Tilburg en de publieke verantwoordelijk van Hilvarenbeek opgelost worden. Het Caméro effect grote broer Tilburg met 155000 inwoners versus het kleine zusje Hilvarenbeek met 7000 inwoners, lag op de loer. Uiteraard waren ook positieve belangen voor Hilvarenbeek aanwezig, hetgeen de zaak wel gemakkelijker maakte. Als wijze bestuurders is men er goed uitgekomen.

Top. Kaart van 2014
Terug
Techniek en innovatie
In de uitvoering werd eerst begonnen met de zandwinning. Met de fa van Meuilwijck werd een overeenkomst aangegaan voor de natte zandwinning. Begonnen werd op de plaats waar het eerste gedeelte van het strandbad aangelegd zou worden. Zoals gezegd werd de zandwinning over een groot aantal jaren uitgespreid en deze werd zodanig uitgevoerd dat er geen hinderlijke situaties met de overige werkzaamheden en het recreatieve gebruik zouden ontstaan.
Er is intensief overleg gepleegd met de nutsbedrijven voor stroom en water. Want deze voorzieningen ontbraken geheel omdat er geen behoefte aan was. De bedrijven verleenden alle medewerking.
Daar waar een waterplas wordt ingericht met allerlei voorzieningen is het vereist vooraf te weten hoe de waterstand zich zal gedragen. Van belang waren de gemiddelde waterstand en de gemiddeld hoogste en laagste stand. Dit was een ingewikkeld hydrologisch probleem mede door de aanwezigheid van het Wilhelmina kanaal. Deze klus is met succes uitgevoerd door de specialisten van Afd. Speurwerk van de Heidemij in Arnhem.
Uit het voorontwerp werden afgeronde onderdelen uitgewerkt tot definitieve plannen.
Toen er een voldoende grote waterplas ontstaan was om dit in gebruik te nemen als strandbad werden deze werkzaamheden als eerste ter hand genomen.
De bovengrond werd gebruikt in de grondlichamen van de te bouwen viaducten over de provinciale weg Tilburg – Hilvarenbeek. Voor het strandgedeelte dat permanent boven de waterlijn lag werd zand opgebracht uit de diepere zandwinning.
Toen liepen we opnieuw aan tegen het probleem van de fijnzandige bovenlaag. Het zand wervelde niet alleen sterk op waardoor het water troebel aandeed, als je er in liep had je ook het gevoel dat er modder tussen je tenen kroop.
Hier werd het volgende op gevonden. Over de strook vanaf de hoogste waterlijn tot waar het water ongeveer 80 cm diep was werd een 15 cm dikke zandcement stabilisatie aangebracht. Daarmee werd het probleem niet helemaal maar wel tot aanvaardbare proporties teruggebracht. De uitvoering hiervan was tijdrovender dan gepland. En dat terwijl de openingsdatum vaststond. De laatste dagen werd letterlijk een gevecht tegen de klok gevoerd. Er werd steeds meer materieel ingezet. Kosten speelden op dat moment geen rol. Met wel de nadruk op ”dat moment”. Want toen later alles financieel moest worden verantwoord, waren velen de hectiek van dat moment “vergeten´ Het doel om op tijd klaar te zijn werd echter wel bereikt.
Vele onderdelen van het plan volgden in rap tempo. Parkeerterreinen, kleedgebouwen, promenade, restaurant, midgetgolfbaan en camping. Ieder onderdeel met zijn eigen ontwerp- en uitvoerings eigenaardigheden en problemen.
De werkzaamheden voor het restaurant en de andere bouwkundige voorzieningen werden geheel door AA verzorgd dus voorbereiding en directievoering. Dat bracht verschillen in werkwijze aan het licht tussen het ambtsgebied en AA. De directievoering van het ambtsgebied hield in dat ze de aannemer in alles zeer nauw controleerden, (zo vanuit de gedachte van je voert dit werk nu wel uit maar wij kunnen het zelf beter) terwijl AA eens in de zoveel tijd een opzichter stuurde om te zien hoe het ging. Dat hierdoor wel eens spanningen ontstonden laat zich raden.
De architectuur van het restaurant ging heel ver. De architect werd voor ieder onderdeel ingeschakeld tot aan de kleur en vormgeving van het ameublement toe. Het was ook een onderdeel van het geheel wat er toe deed. Het werd ook een apart onderdeel met een eigen management.
De eerste directeur van de Beekse Bergen was een oud – Heidemijer te weten Aarden. Die was eerst rentmeester bij de Heidemij geweest.
De aanwezigheid van een grote stad in de nabijheid stond van meet af aan garant voor intensief bezoek. Uiteraard mede ingegeven door de geringe alternatieve mogelijkheden in de naaste omgeving.
Vermeldenswaard is nog de kleur van het water. De eerste jaren kwam de kleur van het water overeen met het water van de Middellandse Zee, zo mooi blauw. Wij hielden vol dat het zo niet zou blijven omdat de blauwe kleur werd veroorzaakt door ontbreken van algen groei. Helaas kregen wij gelijk en werd na een aantal jaren de kleur zoals overal.
Terug
Conclusies
De aanleg van de Beekse Bergen valt als project onder te brengen in de categorie van 12 in een dozijn. Immers in heel Nederland waren al projecten van deze alure uitgevoerd, deels als werkverschaffingsprojecten in de dertiger jaren (Amsterdamse bos) en als aankleding en inrichting van gerealiseerde zandwinningen.
Toch mag voor de Beekse Bergen worden aangevoerd dat de focus van meet af aan was gericht op inrichting van een gebied ten nutte van de inwoners van Tilburg en omliggende dorpen met een grote diversiteit aan voorzieningen. De zandwinning was volgend en geen hoofdzaak. De boven regionale bekendheid valt hier niet onder. Dat is een verdienste van voortschrijdend inzicht en ondernemersdurf.
Terug
Anecdotes
De camping
Hiervoor is al gewag gemaakt van de fijnzandige bovenlaag. Die speelde ons ook parten bij de aanleg van de camping. Deze werd in een moderne uitvoering opgezet met clusters als staanplaatsen voorzien van vele watertappunten, stroomaansluitpunten en afvoervoorzieningen voor afvalwater. Kortom een moderne camping voorzien van, geplaatst in die tijd, veel luxe.
Echter een ding zat ons dwars (Henk van de Berg en mijn persoon want wij waren voor een groot gedeelte verantwoordelijk voor de aanleg). Na een forse rengenbui bleven er lange tijd flink wat plassen op de staanplaatsen staan. Voor het goede te veel en te lang. Toen wij met zijn tweeén na zo'n zware bui over de camping liepen, zagen wij een campeerder in korte broek, zoals dat hoort op een camping, bezig om het water bij zijn tent weg te krijgen. Een praatje kon niet uitblijven. Temeer omdat hij ons toch wel aanzag voor personen die iets meer voorstelden dan toevallige bezoekers.
Natuurlijk ging dat praatje over dat water op de camping. Van onze kant gingen alle deskundige termen over tafel waar toch vooral uit moest blijken dat hij niet moest denken dat het een slechte camping was, en waarvan wij dachten dat die wel indruk zouden maken omdat hij er niets van zou begrijpen. Toen onze terminologie was uitgeput zei hij “ik geloof dat het tijd wordt dat we eens nader gaan kennis maken. Ik ben Bierma directeur van de Hogere Bosbouw en Cultuurtechnische School in Velp” Dat klonk ons niet aangenaam in de oren.
De safarie.
Een aantal jaren later toen het safarie park al gestalte begon te krijgen werd de hele pers die er toe deed opgetrommeld omdat een aantal cheetah's zouden worden losgelaten. Deze werden in bepanserde auto's aangevoerd. Alle denkbare veiligheidsmaatregelen werden getroffen om te voorkomen dat er ongelukken zouden gebeuren want je weet het maar nooit met zulke wilde beesten. De fotografen werden op voldoende afstand gehouden en de schuiven van de auto, waarin ze zaten, werd op ingenieuze wijze op een zekere afstand bediend.
Het moment suprême was als de schuif open ging want dan zouden ze naar buiten stormen. Edoch de schuif ging open maar er gebeurde niets. Ze hebben ze uit de auto moeten duwen. Een verrassende ontknoping dus maar wel een andere dan was verwacht. De pers voelde zich een beetje genomen.
Terug
Auteur
Mijn naam is Dirk Winters.
Na mijn opleiding Bosbouw en Cultuurtechniek en later weg- en waterbouwkunde ben ik een aantal jaren werkzaam geweest in de drie zuidelijke provincies op het gebied van bodemkunde en hydrologie.
In 1962 werd ik coördinerend technisch ambtenaar vanuit technisch bureau Zuid en het ambsgebied Tilburg en enkele jaren later ook voor het ambsgebied Breda.
In die hoedanigheid was je betrokken bij alle projecten van het ambsgebied die een relatie hadden met het Technisch Bureau. In deze rol was voor mij tevens de scheiding tussen beide diensten niet zo scherp. Daarom bemoeide ik mij ook wel met directievoering en uitvoering.
Een aantal jaren ben ik Hoofdprojectleider geweest eerst in de provincie Noord Brabent, later in de provincies Gelderland en Overijssel.
Van 1983 tot 1994 ben ik hoofd geweest van Heidemij Adviesbureau regio Oost.
Mijn buitenlandse ervaring beperkt zich tot Belgie en Frankrijk waar ik een aantal projecten op bodemkundig en hydrologisch gebied heb behartigd.
Terug